Daar het gehele station 1500 mm lang is, was het niet mogelijk deze
in een keer op de foto te krijgen, doch met de juiste belichting in de
tuin krijg je toch een goed beeld.
Het hoofdgebouw is inmiddels van 4 mm MBF plaat nagebouwd, de houten
stijlen zijn middels het opplakken van lucifers aangebracht, op een
rommelmarkt is een oud dameshorloge gevonden waarvan het glas een
doorsnede had van een dubbeltje zodat deze precies in het gat van de
stations klok paste, deuren en ramen moeten nog worden gemonteerd.
De oorspronkelijke kleuren zijn, alle stijlen geel, deuren en
kozijnen bruin, panelen wit, daken van grijze leien. Vandaar dat
het geheel in de witte grondverf en het dak in de grijze grondverf
staat.
(overgenomen van de informatie welke bij de bouwplaat zit.)
De eerste plannen voor de aanleg van een spoorverbinding van en
naar 's-Hertogenbosch dateren van 1843, vier jaar na de ingebruikname
van de eerste Nederlandse spoorwegverbinding Amsterdam-Haarlem.
Het plan werd door vele andere gevolgd.
Door problemen met de voorfinanciering en/of concurrentieslag
kwam de realisatie niet van de grond. In 1863 besloot de regering
om de aanleg van het spoorwegnet zelf ter hand te nemen. Ten behoeve
van het beheer richte men de Maatschappij tot Exploitatie van
Staatsspoorwegen op. Door de voortvarende aanpak werd de eerste
aansluiting van 's-Hertogenbosch op het spoorwegnet in 1868 een
feit (richting Boxtel).
Als gevolg van de aanleg van de diverse bruggen over met name
Maas en Waal volgde de aansluiting op Utrecht pas in 1870.
Om de kosten enigszins te drukken werd een drietal typen stations
ontworpen. De daartoe aangestelde commissie had echter geen rekening
gehouden met de vestingstatus van de verschillende steden. Daar konden
de ontworpen stations niet geplaatst worden omdat ze gevaar opleverden
voor de verdediging.
De stations bij deze gemeenten moesten op last van het Ministerie
van Oorlog in laagbouw worden uitgevoerd, in het zogenaamde 'stijl-
en regelwerk'. Een stijl overigens die voordien ook wel door particuliere
spoorwegondernemingen was toegepast. De plaatsen waar dat voor gold
waren Bergen op Zoom, Breda, Deventer, Groningen, Maastricht, Venlo
en 's-Hertogenbosch. Het waren vaak zeer langgerekte gebouwen om zo
toch de nodige ruimte te creëren voor de verschillende functies.
Het laatste door de M.E.S. in de stijl ontworpen en
uitgevoerde station was dat te 's-Hertogenbosch. De bouw werd in
1868 aanbesteed en uiteindelijk op donderdag 29 september 1870,
tegelijk met de spoorwegaansluiting op Utrecht, in gebruik genomen.
De Provinciale Noordbrabantsche en 's-Hertogenbosche Courant van die
tijd roemde de bemeubeling, de fraaie fresco's in de zalen en het
prachtige houtsnijwerk: In een woord, het stationsgebouw gelijkt
een der schoonste paleizen, wel waardig om opmerkzaam bezichtigd
te worden".
Met een lengte van 130 meter was het een opvallend gebouw temidden
van een enorme leegte, want de wijk het Zand bestond toen nog niet,
buiten de wallen stonden toen nog geen huizen. Het eerste Bossche
station stond ter plaatste van het nu nog bestaande gebouw aan het
Emmaplein waar eertijds drukkerij Teulings en later het Brabants
Dagblad was gevestigd. Behalve het hoofdgebouw stonden er nog een
bergplaats voor rijtuigen en een bergplaats voor goederen die beiden
in dezelfde stijl waren opgetrokken.
Het spoorstation zou 26 jaar als zodanig dienst doen. Het
spoorverkeer breidde zich uit, daarnaast werd de vestingstatus van
de stad in 1874 opgeheven. Al snel ontstond de behoefte aan
een groter emplacement. In 1896 opende het nieuwe station naar
ontwerp van Eduard Cuypers zijn poorten. Het oude station aan het
Emmaplein verloor daarmee de oorspronkelijke functie.
In 1897 vormde het als paviljoen een onderdeel van de grootste
tentoonstelling 'Noord-Brabantsch Nijverheid'. Al snel daarna werd
het gebouw in gebruikt genomen als tramstation. Die functie behield
het tot 1916 toen afbraak volgde ten behoeve van het nu nog bestaande
eerdergenoemde gebouw. Wat nu nog rest is een gedeelte van de
goederenloods aan de Boschveldweg.
Deze bouwplaat van het unieke eerste Bossche station uit 1870
werd vervaardigd ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van het
Stadsarchief 's-Hertogenbosch. De reconstructie
geschiedde zoveel mogelijk conform het uitgevoerde ontwerp aan de
hand van oude bouwtekeningen, het oorspronkelijk bestek en oude foto's.
De uitvoering kwam tot stand door steun van de Nederlandse
Spoorwegen NV, de Grenswissel- kantoren NV en de Kamer van Koophandel
en Fabrieken te 's-Hertogenbosch.
Bouwplaattekening en samenstelling: Rob van de Laar. Juni 1991.
Nb. de bouwplaat is nog steeds te koop op het
stadsarchief te 's-Hertogenbosch.
Op 3 November 1999 opende koningin Beatrix met het ontsteken van
een gasvlam het gerestaureerde station van Groningen anno 1886, in
soortgelijke pracht was ook het interieur van het station van
's-Hertogenbosch anno 1870.